AD Utrechts Nieuwsblad, woensdag 6 juni 2007 Door INEKE INKLAAR
DEN HAAG/UTRECHT - Een Romein als breekijzer. De initiatiefgroep Nationaal Historisch Museum Utrecht nam een schaars geklede legionair mee om ’binnen te dringen’ bij het ministerie van OCW in Den Haag.
FOTO R. VAN STUYVENBERG
Want minister Plasterk die een lobby-brief met een bidbook (promotiefolder) aanneemt, dat is not done. Dat zou een politiek signaal zijn, dat de bewindsman bereid is andere steden dan zijn eerste keuze (Amsterdam, Den Haag, Arnhem) te overwegen als vestigingsplek voor het Nationaal Historisch Museum.,,In die dingen is het gewoon een eigenwijze beta-wetenschapper,’’ zegt Peter de Haan, directeur van het Utrechtse Universiteitsmuseum en lid van de initiatiefgroep. ,,Laten we hopen dat hij het niet lastig vindt toe te geven dat hij met zijn voorselectie op een verkeerd spoor zit.’’Dus vervoegden de Utrechtse cultuurwethouder Cees van Eijk en cultuurgedeputeerde Anneke Raven zich gisteren bij de ingang van het departement. Ze kwamen, zo gaat dat in de politiek, met de brief van burgemeester Brouwer en commissaris van de koningin Robbertsen.Stad en provincie ondersteunen de particuliere lobby die vindt, dat er vanwege het nationale belang een open competitie moet zijn waar het museum komt. Die bovendien vindt dat Utrecht de beste papieren heeft.Achter de schermen wordt druk gelobbyd. Burgemeester Brouwer heeft haar partij- en provinciegenoot Plasterk aangesproken; de initiatiefnemers hebben Utrechtse kamerleden gebeld. En deze week tijdens het VNG-congres in de stad is ook een balletje opgegooid.Utrecht onderscheidt zich, zo melden initiatiefnemers Paul Baltus en Peter de Haan, door een visie op het museumconcept. ,,Wij willen dat het mede als entree functioneert voor andere historische plekken.’’,,Natuurlijk heb je een gebouw nodig, waar de vijftig onderdelen van de Canon van Nederland (belangrijkste figuren, gebeurtenissen, producten) kunt zien. En waar je een (digitale) verbinding kunt maken met musea en archieven elders. Want de geschiedenis laat zich niet op één plek beleven. We moeten hier geen hunebedden gaan nabouwen.’’Laat dat museum nou svp in Utrecht staan, is hun pleidooi. Meest historische plek, midden in het land, tussen stad en platteland in. Sinds mensenheugenis een ontmoetingsplaats voor kerk, kroeg, kunst en wetenschap. Met een Domtoren die uitzicht biedt over de oude en nieuwe stad, en - bij mooi weer - tientallen kilometers Nederland.Het Domplein, waar 2000 jaar geschiedenis steeds voelbaarder wordt, zou dan hot spot zijn. Gelukkig ligt dat middenin het Museumkwartier (zo’n 1,5 miljoen bezoekers per jaar). Met het bekende rijtje: Centraal Museum, Speelklok, Universiteitsmuseum, Catharijne Convent, Spoorwegmuseum. Daar komt Het Utrechts Archief nog bij.Logisch, toch? volgens de beide lobbyisten. Peter de Haan plaatst een kanttekening: ,,Als we het Nationaal Historisch Museum binnenhalen, moeten we nog wel de discussie aan wie belangrijker is: een gerenommeerde architect of een goede systeembeheerder.’’
|